Column | Alleen samen lossen we de stikstofcrisis op

Voedselcrisis, asielcrisis, energiecrisis, woningbouwcrisis, arbeidsmarktcrisis. Het lijkt er langzamerhand op dat we van crisis naar crisis gaan. Sinds Corona en de Russische inval in Oekraïne stapelen de crisissen zich alleen maar op. Al een paar maanden houdt ook de stikstofcrisis ons in de greep. Vooral hier in onze landelijke omgeving is het verzet vanuit de agrarische sector niemand ontgaan.

Ik spreek ontzettend veel bezorgde agrarische ondernemers, die hun toekomst somber inzien. Boeren vrezen zelfs dat hun bedrijf op de huidige plek niet kan blijven bestaan. Boerenbedrijven die meestal  al door meerdere generaties zijn gerund.

Hoe zijn we in deze situatie terecht gekomen?

We zijn in deze situatie beland op het moment dat minister van der Wal haar ‘stikstofkaartje’ naar buiten bracht. Tegelijk publiceerde voormalig minister Staghouwer een 49 pagina’s tellende ‘perspectiefnota’, waarin juist een concreet perspectief ontbrak. Hiermee was de stikstofcrisis geboren.

“Een ‘perspectiefnota’, waarin juist een perspectief ontbrak.”

Geforceerde aanpak van dit kabinet

Tussen 1992 en 2000 zijn in Europa 26.000 natuurgebieden vastgesteld (Natura 2000). Nederland kent veel kleine verspreide stukjes natuurgebied (161). Deze beslaan samen 13% van ons grondoppervlak, waarvan 1/3 deel water. In 2019 heeft de rechter vastgesteld dat de Nederlandse overheid ‘te weinig doet’ om de natuurlijke habitat (flora en fauna) van deze gebieden in stand te houden.

Daarmee kwam ons land op slot te zitten. Nieuwe (bouw)vergunningen werden niet meer uitgegeven, want het overschot aan stikstof moet eerst worden teruggedrongen. Het kabinet voelde zich gedwongen om met versnelde maatregelen het land weer in beweging te brengen. Daarnaast heeft de overheid de onderliggende problemen al jarenlang voor zich uit geschoven. Het gevolg: De huidige impasse, die veel mensen, instanties en partijen verdeeld.

Stikstof hebben we toch nodig?

Stikstof is op zichzelf geen enkel probleem. Sterker nog: Planten en dieren - inclusief de mens - hebben stikstof nodig voor de opbouw van hun eiwitten. De stikstofverbindingen worden gevormd in de grond waardoor planten kunnen groeien. Omdat de planten aan het begin staan van de voedselketen, worden zo mens en dier ook voorzien van voldoende eiwitten.

De stikstofverbindingen in de grond komen op meerdere manieren tot stand. Via de lucht door bijvoorbeeld het verkeer en de industrie. De veeteelt is, met gasvormig stikstof via de lucht en de (kunst)mest, met grote afstand de belangrijkste ‘leverancier’ van deze stikstofverbindingen.

Stikstof is dus een grondstof voor groei, maar teveel stikstof in de nabijheid van natuurgebieden zorgt voor overbemesting. Hier is juist ‘arme grond’ nodig om zeldzame planten te laten gedijen. Teveel stikstof stimuleert daarnaast ongewenste planten zoals gras, braambossen en brandnetels. Hierdoor wordt per saldo de diversiteit van flora en fauna bedreigd.

Gaan voor een gebiedsgerichte aanpak

Gemeente Dinkelland en de regio Noordoost Twente is bij uitstek een agrarisch gebied, maar kent ook meerdere Natura 2000 gebieden. De provincie heeft de opdracht gekregen om de reductie van stikstof op te pakken en kiest daarbij voor een eerder bewezen concept: De gebiedsgerichte aanpak (GGA).

De provincie trekt samen op met de gemeenten en alle betrokken partijen en belangenbehartigers. De oplossing ligt niet bij de individuele agrariër. Volgens ons is er alleen een goede oplossing mogelijk door samen gebiedsgericht te kijken. Door samen met alle partijen (grondeigenaren, natuur, landbouw en overheid), per gebied te kijken hoe we tot een acceptabele reductie van stikstof gaan komen. Ik zeg bewust ‘acceptabel’, omdat via toekomstige onafhankelijke metingen, over de status van de Natura2000 gebieden, het effect en de omvang van de stikstofreductie moet worden gemonitord. En zo is er nog veel, in de eerder genoemde brief van Van der Wal, dat nader moet worden uitgewerkt.

Concreet perspectief voor de agrarische bedrijven

De omgekeerde vlag was het symbool van het boerenprotest, maar wordt ondertussen ‘gekaapt’ door andere protestbewegingen wat zich ook weer tegen de boeren keert. Ik ken weinig ondernemers die zo innovatief hun bedrijf voeren en met zo veel hart voor hun omgeving en de natuur. Dan denk ik: “Laat de vlag gewoon weer een vlag van iedereen worden.” Ik zie namelijk ook creatieve protesten, ludieke tekstborden op eigen grond, die onze geest scherp houden.

De boeren die ik spreek willen juist actief betrokken worden, maar ze hebben wel perspectief nodig. Daarnaast gaat het hier niet alleen om de toekomst van onze agrariërs. Het gaat hier om de leefbaarheid van onze Dinkellandse gemeenschappen, waarvan juist het samenspel tussen recreatie, natuur, landschap en agrariërs het fundament is.

Wij blijven naast de boeren staan

De rechterlijke uitspraak in 2019 en de Europese wetgeving laten ons geen andere keuze dan aan de slag te gaan. Namelijk: de regie pakken, kennis inbrengen, samenwerken, innoveren en daar waar mogelijk de bedrijfsvoering en/of bedrijfsomvang aanpassen.

Ik blijf me als wethouder, samen met het hele college, uitspreken tegen de nu gekozen aanpak van dit kabinet. Wij blijven vragen om concreet perspectief voor agrarische bedrijven. Voor de boeren die met een aangepast verdienmodel door willen boeren en voor de toekomstige stoppers die recht hebben op passende regelingen. Wij blijven hier in Dinkelland naast de boeren staan. En wij willen vooral aan de slag met de gebiedsgerichte aanpak. Samen met de provincie; de gemeenten in Noordoost Twente én onze agrarische ondernemers.

Richard de Way
Wethouder gemeente Dinkelland