Column | Respect is tweerichtingsverkeer
Inwoners mogen behoorlijk bestuur van ons verwachten. Dat is waarom we in Nederland iets hebben wat ‘de beginselen van behoorlijk bestuur’ heet. Het klinkt misschien als een saai begrip, maar in de kern gaat het om iets heel eenvoudigs: een overheid die haar werk netjes, eerlijk en begrijpelijk doet. En dat wij als gemeente het algemeen belang boven het individuele belang plaatsen.
Wat mag u van ons verwachten?
Een overheid die, onder gelijke omstandigheden, vandaag hetzelfde zegt als morgen en waakt over het collectieve belang. Voor mij is dit streven een belangrijke reden geweest om zeven jaar geleden te kiezen voor het burgemeesterschap. Ik wil niet kijken waarom iets níet kan, maar zoveel mogelijk zoeken naar hoe we iets wél mogelijk kunnen maken. Dat lukt gelukkig vaak, maar soms zitten wij vast aan wettelijke uitvoering of moet er een belangenafweging en/of keuze worden gemaakt – en kan het antwoord ook gewoon ‘nee’ zijn.
Het is aan ons om mensen de kans te geven om gehoord te worden, zorgvuldig te beslissen en goed uit te leggen waarom iets wel of juist niet kan of mag. Vanuit wederzijdse verantwoordelijkheid en wederzijds respect. Voor mij is dát de kern van goed bestuur.
We zijn allemaal mensen
Ik ben burgemeester, maar ik ben ook gewoon een inwoner van onze gemeenschap. Net als de meeste ambtenaren met wie ik samenwerk. Wij zijn geen anonieme uitvoerders van regels, maar mensen die hier wonen, werken en leven. Die hard werken aan hun eigen toekomst en die van hun omgeving.
Doen wij altijd alles goed? Nee. Zoals gezegd: wij zijn allemaal ook mensen. Maar wij zijn daar wél op aanspreekbaar. Dat mag in scherpe bewoordingen, dat mag demonstrerend, maar wél met respect. Want net zoals onze inwoners mogen verwachten dat zij eerlijk en respectvol behandeld worden, mogen wij dit ook van hen vragen. Dat mensen hun verantwoordelijkheid nemen. Dat onze medewerkers met respect worden bejegend is voor mij een harde voorwaarde.
Als ik om me heen kijk, maak ik mij zorgen
Eén van die zorgen is hoe we in Nederland bijvoorbeeld met gezag omgaan. Waar we vroeger misschien vanzelfsprekend respect hadden voor iemand in een uniform of een gezagsdrager, lijkt fatsoen nu soms ver te zoeken. Als je naar het nieuws kijkt en ziet hoe ambulancepersoneel of brandweer met agressie te maken krijgt, dan is dat toch meer dan respectloos. Dat zijn mensen die onder vaak moeilijke omstandigheden gewoon hun werk doen!
Voorbeelden van dit soort onfatsoen zie je ook hier in de regio. Bestuurders die worden bedreigd en beveiligd moeten worden. Zorgpersoneel dat geconfronteerd wordt met dreigende taal en ambtenaren die zich onveilig voelen in hun werk. Dit is te gek voor woorden. Daarbij zie ik – ook bij ons in de gemeente – dat de sfeer steeds vaker wordt beïnvloed door mensen van buiten de gemeente. ‘Beroepsraddraaiers’ die niet komen om te praten, maar om olie op het vuur te gooien. Niet omdat ze geraakt zijn in hun eigen belang, maar omdat ze verdeeldheid willen zaaien. Omdat ze uit zijn op conflict. Intimidatie en agressie is geen protest. Dat is angst zaaien.
Dat is geen vrijheid van meningsuiting, dat is juist het ondermijnen van de vrijheid van meningsuiting. Dan verdwijnt niet alleen het wederzijds respect, maar ook de veiligheid die nodig is om vrijuit te kunnen spreken.
Net als iedereen ben ik ook weleens boos
Mensen die mij goed kennen, weten dat ik me ook aan zaken kan irriteren en me flink kan opwinden. Of het nu om de landelijke politiek gaat, of om een klein, schrijnend onrecht. Ik schroom niet om me daarover uit te spreken. In een democratie mág je je uitspreken – sterker nog: dat móet. Maar wat ik niet tolereer, is iedere vorm van intimidatie of agressie. Als burgemeester niet – en als mens niet. Laten we wel zijn: onvrede, hoe begrijpelijk ook, is nooit een vrijbrief voor intimiderend gedrag. Respect – tussen inwoners, en ook tussen inwoners en de gemeente – is geen eenrichtingsverkeer.
“Wat ik niet tolereer, is iedere vorm van intimidatie en agressie. Als burgemeester niet – en als mens niet.”
De kracht van onze gemeenschap
De kracht van onze veerkrachtige kernen is dat zij verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen gemeenschap. Ik zie inwoners die initiatieven ontplooien en op een constructieve manier meedenken. Ik zie vrijwilligers die zich met hart en ziel inzetten voor hun kern. Dáár ligt de kracht van onze gemeenschap. In al die mensen die niet tegenover elkaar gaan staan, maar naast elkaar. Die zich niet laten opjutten, maar het gesprek blijven voeren. Die verantwoordelijkheid nemen – voor zichzelf én voor elkaar. Dat moeten we koesteren en daar moeten we elkaar ook op kunnen blijven aanspreken.
Een mooi voorbeeld van hoe wederzijds respect werkt, zagen we onlangs in Rossum en Agelo. Toen duidelijk werd dat Defensie het buitengebied van Rossum en Agelo op het oog had als mogelijke locatie voor een munitiedepot, bracht dat begrijpelijkerwijs veel onrust teweeg. Inwoners maakten zich terecht zorgen over de gevolgen voor hun leefomgeving, veiligheid en de eigen toekomst.
Ik heb enorme bewondering voor de manier waarop inwoners – en in het bijzonder de kerngroep – hiermee zijn omgegaan.
In een tijd van onzekerheid en zorgen hebben zij op indrukwekkende wijze hun stem laten horen. Stevig, ludiek, maar steeds op inhoud en met respect voor het proces en in constructieve samenwerking met de gemeente. Voor mij is dit een voorbeeld van hoe inwoners en gemeente sámen kunnen optrekken bij gevoelige en ingrijpende plannen en/of besluiten.
Laten we dat vasthouden.
John Joosten
Burgemeester Dinkelland
