5 vragen over MijnDinkelland 2040

In de rubriek ‘vijf vragen’ geeft het college van burgemeester & wethouders van de gemeente Dinkelland inzicht in hoe de gemeente werkt, hoe beslissingen tot stand komen en wat de drijfveren van de bestuurders zijn.

Deze keer vraag ik wethouder Richard de Way naar het project MijnDinkelland2040, de opvolger van MijnDinkelland2030. Gaan we tien jaar verder in de toekomst kijken?

5 vragen over MijnDinkelland 2040

Door Debby Kok-Koehorst

1. Wat is MijnDinkelland2040?

“MijnDinkelland2040 is de opvolger van MijnDinkelland2030. De gemeente Dinkelland bestaat uit tien kernen. Een paar jaar geleden vroegen we inwoners om na te denken over de toekomst van hun kern. We stelden vragen zoals: “Hoe kunnen we zorgen dat de kern prettig blijft om in te wonen?” en “Wat is daarvoor nodig in de komende jaren?” De kernen zijn toen zelf aan de slag gegaan met die vragen. We kregen de meest uiteenlopende visies terug, van compleet uitgewerkte plannen tot gerichte doelen zoals een sportzaal. Heel gevarieerd. We willen met dit programma naar de toekomst blijven kijken. Niet alleen naar de komende vijf jaar, maar juist ook verder. Na evaluatie met onder andere de kernraden hebben we gekozen voor het jaar 2040 als richtpunt. Om behoeften tijdig in beeld te hebben en tijd te hebben voor het uitvoeren van plannen, is verder in de toekomst kijken noodzakelijk.”

2. Zijn er al daadwerkelijk plannen uitgewerkt?

“En of. In Noord Deurningen bijvoorbeeld was de grote verbouwing van Kulturhus De Mare een wens. Er zijn daar inmiddels meer en andere ruimtes gecreëerd zodat er meer sociale activiteiten gehouden kunnen worden. In Tilligte is de MFA gerealiseerd: een prachtige sportzaal gecombineerd met Kulturhus. Naast de sportvelden in Deurningen werd een oud betonnen veld omgetoverd tot een kunstgrasveld. In Lattrop was onlangs de feestelijke opening van de pastorie, die is omgebouwd tot Kulturhus. Ook Saasveld heeft recent een visie op de toekomst aangeleverd. Zomaar een paar mooie voorbeelden van wat MijnDinkelland2030 en het denken en praten over leefbaarheid heeft voortgebracht.”

3. De ervaringen met dit programma zijn dus positief?

“Vanuit de gemeente gezien is het zeker positief. Het is echt een waardevolle manier om de stem van de inwoners van onze kernen te horen. Ruimtelijke ordening is een taak van de gemeente, maar we willen van de inwoners zelf horen waar behoefte aan is in hun kern. Zij weten wat een kern nodig heeft om leefbaar en vitaal te blijven. Vanuit de kernen krijg ik ook veel positieve reacties over die aanpak.”

4. Wat is de rol van de buur(t)mannen en buur(t)vrouwen?

“Buur(t)mannen en buur(t)vrouwen zijn medewerkers van de gemeente die naast hun gewone baan een extra rol hebben. Zij zijn de ‘verbindingsofficieren’ met de inwoners; via het contact met de kernraden. Ze zijn bijvoorbeeld bij vergaderingen en hebben elke maand overleg met de kernraden. En als de kernraden contact willen met de gemeente, doen ze dat via de buur(t)man of -vrouw. Ze hoeven echt het algemene nummer van de gemeente niet te bellen. Met de buur(t)mannen en -vrouwen hebben we een structuur opgebouwd waarin de lijntjes met de kernraden bijzonder kort zijn. Ook als kernwethouder sluiten we met enige regelmaat aan bij kernraadvergaderingen.”

5. Hoe zien de Dinkellandse kernen er in 2040 uit?

“Dat is nou juist de vraag die wij aan de kernen stellen. We hebben een gezamenlijk belang om de leefbaarheid, en dus voorzieningen, op peil te houden. Een langetermijnvisie over onderwerpen als onderwijshuisvesting, woningbouw en bedrijvigheid is op het gemeentehuis bekend, maar wij willen graag de inwoners horen over de specifieke wensen voor de toekomst. Heb je een goed idee dat bijdraagt aan de leefbaarheid? Dan wil de gemeente graag je partner zijn. We denken mee; we willen vervolgens samen de (on)mogelijkheden en haalbaarheid verkennen. Dus heb je een goed idee? Meld je bij de kernraad – of dorpsraad, buurtschapsraad, en alle lokale varianten op die naam. We zijn blij dat we actieve en betrokken kernraden hebben en zien ook dat het meedenken vanzelfsprekend is geworden en dat de ideeën blijven komen: precies wat de bedoeling is.”

5 vragen aan